20 december 2014
'Romeo is a lover, not a fighter' zegt Berlinda, als ik hem op
kom halen. Hij is prachtig, acht weken oud, zijn haar is flink gegroeid en hij zwemt
in zijn vel. In zijn onweerstaanbare blik gaat werkelijk iets dromerigs schuil,
hoe bestaat het... Nomen est omen. Op Romeo's rug zit nog steeds dat kleine zwarte
hartje, de belichaming van liefde. Meer mensen halen hun nieuwe huisgenootje op.
Ik vertrek. Het is druk in de woonkamer van het gezin met acht hondjes en Lochem
is ver vanuit Zuid-Limburg.
Voor het eerst achter in een bestelauto test Romeo zijn
stembanden; ze werken. Zodra ik mijn hand naar achteren steek sukkelt hij in
slaap, dicht in mijn buurt tegen de rand van de bench aan. Witgrijze haren steken
door de tralies heen. Mijn achteruitkijkspiegel liegt niet, het is een plaatje.
Régis zit er zoet als altijd naast, gedraagt zich weinig anders dan anders ondanks
Romeo's overhaaste poging tot een eerste serenade. 'Il a du caractère' zouden Fransen
zeggen, dat belooft wat...
We rijden door regenbogen en hagelbuien. Onderweg stoppen we bij
een parkeerplaats. Er loopt een Duitser heen en weer met een huilende baby. Ik
ben zomaar op een natgeregende bank bij een picknicktafel gaan zitten. De wind
is fris, mijn bril beslagen. Régis snuffelt rond en Romeo zit warmpjes in mijn winterjas.
De man en ik maken een praatje. Hij is vertederd door het hondje. Het raakt mij
dat zelfs wildvreemden hetzelfde in hem zien als ik. Op de heenweg zong Blof
'Alles is liefde.' Ik dacht aan U.W.O. die eerder dit jaar is doodgegaan. Ook bij
Berlinda thuis overheerste verdriet door het vertrek van de pups. Hechten gaat
altijd stukken sneller dan onthechten. Dat heb ik het afgelopen
jaar geleerd.
De man en zijn baby zijn vertrokken.
Ik deel hondenkoekjes uit. Régis slikt ze altijd bijna heel door maar Romeo kauwt
lang. De verbrokkelde helft komt in mijn wollen sjaal terecht waar we hem allebei
vergeten. In de verte trekt iets zijn aandacht. Ik volg zijn blik: 'Dat is een
duif Romeo'. Hij wil er naar toe, trappelt wild met vier pootjes in mijn jas. De
duif vliegt op. Zijn vleugels klapwieken. Romeo zit weer stil en kijkt naar mij.
Ik snap het, hij wil ook leren vliegen.
Het is bijna Kerstmis, een
nieuwe tijd breekt aan.