zaterdag 21 mei 2016

Le plat du jour

Wie Franse dorpjes kent, herkent onmiddellijk het geluid van zwaluwen die hun nestjes bouwen boven de luiken en onder de dakgoten van oude huizen. Ze vliegen dartelend door de lucht als het mooi weer is maar bij bewolking vliegen ze laag: regen op komst. Zouden ze liever altijd hoog vliegen? Of kost ze dat net als bij ons meer energie en lukt dat eenvoudigweg niet, om boven zichzelf uit te stijgen of altijd op de toppen van hun kunnen te functioneren?

  De vergelijking gaat scheef op vele punten, natuurlijk. En het is ook maar een gedachte die gisteravond tijdens de schemering door mijn hoofd schoot. Want dat doen gedachten, door je hoofd schieten en het is het beste er niet te veel naar te luisteren. Zo onzichtbaar mogelijk op het balkon zitten en naar de lucht en de vogels staren geeft rust en al die gedachten? Ach, ze horen erbij en zijn onontbeerlijk om romans en blogs te schrijven...

  Liever richt ik me op het gevoel niet helemaal alleen aan te hoeven schuiven aan het diner dat me door de chirurg in het ziekenhuis in Chalon-sur-Saône na alle onderzoeken van de afgelopen week voorgeschoteld is: L'entrée is een ziekenhuisopname op de dag ik precies een maand in Frankrijk ben (ja, bizar!), gegarneerd met narcose (nieuw voor mij) en een kleine operatie o.a. ter voorbereiding op de chemotherapie. Le plat principal: een half jaar chemotherapie geflambeerd met bestraling en als klap op de vuurpijl een (hopelijk) borstsparende operatie. Le dessert bestaat uit een jarenlange hormoonbehandeling om lang van na te genieten. Geen diner om van te watertanden.

Romeo en Régis in de prachtige salon van de Franse Pastorie.  

  Het is lastig om als ziek te worden bestempeld maar dat impliceert niet dat ik ervoor kies daaronder te lijden. Integendeel. Ik pik het ook niet als mensen medelijden met mij hebben, daarvan gaan mijn haren (nu ik ze nog heb!) recht omhoog staan. Wil je iets voor me doen?  Leef dan in stilte mee, ik wéét het wel, dat er veel mensen zijn die aan me denken en ik geloof stellig in de stille kracht die dat voortbrengt. In de positieve energie die voortvloeit uit medeleven, ook al is het op afstand. Dat is wat ik antwoord als je me vraagt wat je voor me kan doen.  

  Ik begrijp heus ieders schrik die deze harde feiten met zich meebrengt. Wat ik na dit soort nieuws zelf nodig heb is in eerste instantie ruimte: het bos en de bomen, de hondjes en wat tijd om te verwerken. In tweede instantie deel ik het graag met wie het wil weten... Maar ik begrijp het ook dat er mensen zijn die daar niet open voor staan, omdat ze het zelf meegemaakt hebben en net uit die nare periode zijn, of gewoon, omdat ze zich liever richten op leuke dingen. Groot gelijk! Je kwetst me er niet mee, ik zou in jouw schoenen misschien hetzelfde reageren.


  Dus! De menukaart van mijn nieuwe Franse keuken heb ik gekregen. Of het me smaakt? Ik denk het niet maar wat ik daarmee doe heb ik in eigen hand. Het peper- en zoutstel staat op tafel, ik hoef alleen mijn servet en mijn bestek nog maar te pakken en de jongens een héle dikke knuffel te geven.


maandag 16 mei 2016

Rijkdom


In de Franse Pastorie snort het elektrische kacheltje, buiten zingen de vogels en de zon piept zoals elke dag rond 06h00 over de heuvels.  Het is een koude nacht geweest en dat voor half mei! De Fransen die ik spreek klagen over de kou, de regenval van de afgelopen week en ook maar meteen over de leegstand in Cussy-en-Morvan, het dorpje waar ik sinds drie weken woon. Tot een paar jaar geleden was er nog reuring: een goedlopend hotel-restaurant, een soort eetcafé, een bakker, het kleine winkeltje - dat er gelukkig nog steeds is -, het aantal inwoners maar dat is veranderd zoals op veel plekken op het Franse platteland. Logisch, er is ook geen droog brood te verdienen, hoor je Nederlanders dan zeggen, armoe troef. Het is maar hoe je daarin staat…

  In april 2014 stuurde ik Lex Jansen een foto van een lege boekenkast die ik op Marktplaats had gekocht met de tekst: kijk: ruimte voor nieuwe dromen! Gevolgd door de vraag of hij me wilde begeleiden bij het schrijven van mijn eerste boek? We kenden elkaar via lezingen van zijn partner en bekend schrijver Arthur Japin die ik volgde vanaf april 2011.
  Lex was ook leraar Frans geweest en toonde altijd vriendelijk belangstelling voor mij en waar ik mee bezig was. Toen ik van Arthur hoorde dat hij de Arbeiderspers zou verlaten om voor zichzelf te beginnen wist ik dat hij de juiste persoon was die mij zou kunnen helpen mijn auteurschap te ontwikkelen.

  Zo gezegd, zo gedaan. We maakten afspraken over de begeleiding, de kosten en zo was Lex van begin af aan betrokken bij mijn schrijfproces op een manier die ik nodig had. Hij zat nergens bovenop, gaf mij alle ruimte het op mijn manier te doen en reageerde alleen als ik ergens om vroeg. En dat deed ik! Want mijn diepe onzekerheid maakte dat ik hem bijna elke dag mailde om dingen te vragen of te delen. Lex oordeelde daar nooit over maar probeerde altijd iets in mezelf aan het werk te zetten dat maakte dat ik iets meer in mijzelf ging geloven. Puur vakmanschap van iemand die lang met auteurs gewerkt heeft en weet hoe creatieve processen in een menselijk brein verlopen.



Nu ik borstkanker blijk te hebben (het is nog steeds een raar idee: ik?!) en niet weet hoe de dingen de komende tijd zullen verlopen is er maar één ding dat ik écht graag wil en dat is recht doen aan al dat werk dat we verricht hadden: zo snel mogelijk Stille taal uitgeven. Natuurlijk hebben we in de zomer van 2015 toen het manuscript grotendeels af was, besproken of hij naast leraar ook mijn uitgever moest worden. Het leek hem beter van niet, Magonia geeft maar enkele uitgaven per jaar uit (overigens prachtige romans en dichtbundels!), dat kon beter zo blijven en Stille taal voelde door onze nauwe samenwerking zó dichtbij dat het ook daarom niet verstandig was. Die redenen begreep ik maar ik vond het lastig ermee om te gaan. Ik had mezelf verbonden met Magonia en moeite om de knop om te zetten en Stille taal elders aan te bieden.

  Ik moest moed verzamelen om autonoom te werk te gaan. In november 2015 plakte ik een briefje op mijn toiletdeur in Lochem: 'moed verzamel ik onderweg' en dat zette goede dingen in werking. Nu ik het manuscript voor de, ik denk wel vijftiende keer (!) helemaal doorgelopen ben, heb ik afgelopen weekend de omslag vormgegeven en het geheel klaargemaakt om gedrukt te worden. Mijn lieve vader doet de eindredactie (een taalpurist pur sang, niemand kan dat beter!) en daarna kan het naar de drukpersen van Brave New Books, een boekenplatform waar je zelf je boek uit kan geven. Nee, je verdient er echt niks mee, maar het kost ook geen geld en dat dit zomaar kan is geweldig!

  Ondanks mijn ziekte prijkt in mij een machtig gevoel, om niet te zeggen magisch… Alles klopt: mijn schilderij uit 2012 prijkt trots op de voorkant, het gevoel van verlies over mijn eigen zus dat aan de basis stond van Stille taal mag er zijn, de inhoud is geschreven en ook de vormgeving komt uit mijn koker. Ik geef Lex en alle anderen die dit al langer tegen me zeiden gelijk: ik ben een van die mensen die de dingen zélf in de wereld moet zetten. Op mijn eigen manier. Rijkdom in een mensenleven is tot een diepe voldoening komen door de dingen van A tot Z te doen.


woensdag 11 mei 2016

Vrij





De chirurg in het William Morey ziekenhuis in Chalon-sur-Saône is zo’n man die je héél diep in de ogen kijkt en dan iets belangrijks zegt. Ik lag met ontbloot bovenlijf te wachten op de biopsies, hij kwam binnen, keek me diep in de ogen en zei: ‘Il faut qu’on se batte’ gevolgd door: ‘D’accord?’

  Ja, wat doe je dan? Of ik wil vechten tegen de kanker? Ik wil helemaal niks, maar het moet.

  De chirurg is een vlotte jonge man waar verpleegsters als vlinders omheen fladderden die mij tussen de bedrijven door zeiden dat ik geluk had (hé, daar heb je het weer!) dat ik bij hem terecht ben gekomen. Los daarvan heb ik een zwak voor mensen die je aan durven kijken, in alle eerlijkheid laten zien wíe ze zijn. Contact maken vanuit je ziel is een van de engste dingen én een van de mooiste. Want zo voelde het gek genoeg gisteren op die behandeltafel.

  Die verbondenheid voelen hoeft gelukkig niet alleen via fysieke aanwezigheid, we kunnen anderen ook voelen terwijl we elkaar niet in de ogen kijken. Daar moeten we ons voor openstellen en in geloven, maar iedereen kan het. Vraag me niet hoe het kan maar daar ben ik van overtuigd...

  Vanaf het moment dat het woord borstkanker viel, besloot ik al geen tijd meer te verliezen en mijn debuutroman zelf uit te gaan geven. Juist nú. Juist nu er bij mij een strijd tegen een ziekte losbarst waar ik me niet klein door wil laten krijgen. En Stille taal is een stille kracht. De verspreiding van mijn roman zal die kracht doen toenemen bij wie het wil voelen.

 
Donkere wolken pakken samen maar in de tuin van de Franse Pastorie schijnt de zon. Dit is mijn rustplaats, mijn toevluchtsoord, een plek om te herstellen. Ik ben hier niet voor niets. (Foto: Cussy-en-Morvan, 11 mei 2016)



Zowel in Stille taal als in de roman die ik nu schrijf La vie en rose of de keerzijde van het bestaan hebben de hoofdpersonen een grote drang om te handelen. In Stille taal wil Anna haar zus Eva - die van huis is weggelopen en met wie ze geen contact meer heeft - laten weten dat ze vroeger haar dagboeken heeft gelezen. La vie en rose of de keerzijde van het bestaan wordt geschreven door een van de hoofdpersonen die borstkanker krijgt en daarmee op het laatst de liefde van haar leven (een Amsterdamse kunstschilder) wil geven wat hij zelf tijdens zijn leven niet kon maken: een literair zelfportret. (Ik hoop niet dat ik alles zelf krijg wat ik mijn hoofdpersonen toedicht maar dit terzijde!)

  In mijn romans heeft die haast die uit liefde voor een zus of een man ontstaat dus een functie. Dat heb ik zo bedacht om de verhalen vaart te geven en de hoofdpersonen een helder doel. Het is bijzonder hoe ik nu zelf ervaar dat het zo werkt. Dat ik met de dood in ogen (als je niks aan kanker doet, doodt het je, zo simpel is het) die dingen nog moet doen die ik graag wil. Alsof ziekte écht een functie heeft... Ik geloof het en bestrijd liever naïef de mogelijke zinloosheid van het leven dan me erdoor mee te laten slepen.

  Want het kan me werkelijk niets meer schelen dat ik geen uitgeverij heb gevonden om het samen mee in de wereld te zetten. Het idee is blijkbaar niet goed verkoopbaar, soit. Het kan me ook niets meer schelen dat ik nu statistisch gezien minder lezers bereik en het kan me al helemáál niets meer schelen wie hier wat van denkt. De kanker maakt me doodziek én vrij tegelijk. Who cares?
Stille taal rules!




zaterdag 7 mei 2016

Franse lente

Dit is waar ik naar verlangde:

Op het brede terras van de Franse pastorie staat een wit bankje. De verf bladdert en voelt ruw onder mijn blote benen. Achter me op de vensterbank van de salon zit poes Zidane, naast me op het bankje ligt Romeo. Niet dat er veel ruimte voor hem is, maar hij wurmt zich altijd net zo lang tegen me aan dat hij er niet afglijdt. Ik ben een geluksvogel en ruik mijn Franse lente.

De zon piept net over de heuvels aan de overkant van het dal waar we op uitkijken. Ik drink koffie en eet een paar sneetjes notenbrood met roomboter en jam van mijn moeder. Gisteravond was het laat geworden, een vriendin kwam eten met worteltjes en wijn en ik had nog prei, courgette en linzen. We konden de hele avond buiten op het terras zitten. De kerk en de Rue de l'Europe baadden als het donker wordt in dat sfeervolle zachtgele licht en in die stilte die zo heerlijk alomvattend is, op onze stemmen, het beekje en de uilen na. 




Franse lente


Ik zou hier kunnen stoppen met schrijven. De beelden die ik hierboven geschetst heb intact laten en iedereen in de waan laten dat de dingen in Frankrijk voor altijd zo zijn. Wie schrijft heeft  een verrukkelijke macht over de werkelijkheid. La vie en rose bestaat echter slechts voor een deel en voor halve waarheden koop je niets.

Want gisteren overdag moest ik met enige spoed naar het medisch centrum van Autun. Voor mijn vertrek vanuit Nederland had ik al wat knobbels in mijn rechterborst ontdekt maar de tijd was er niet meer om ze daar te laten onderzoeken dus dat zou ik meteen in Frankrijk doen. Op de mammografie en de echo staat 'afwijkend weefsel' wat tijdens een biopsie nader onderzocht moet worden. Of het borstkanker is of niet, het is niet goed en moet weg. Dit was dus NIET waar ik naar verlangde.

Een stad en een land deels verlaten maakt veel in een mens los. Naast de nieuwe kansen op zelfontplooiing (ik ben voor het eerst van mijn leven gaan zingen en dat in het wereldberoemde koor van Cussy-en-Morvan Les Amis de la Chanson!), bespeurde ik de laatste maanden iets van een nonchalante vrijheid. Ik zei ook regelmatig tegen vrienden: 'Ah joh, ik ga toch weg...'
Niet dat ik hele gekke dingen deed, maar ons vertrek maakte me losser, opener en  toegankelijker. Alsof het niet meer uitmaakte wat anderen van me zouden denken. Nu denk ik: hoe voelt iemand zich die weet dat hij het leven verlaat? Dat dacht ik vaak in het kader van mijn romans; schrijven is over leven gesproken!

Op 5 mei, Hemelvaartsdag, de dag nadat ik 44 werd, vond ik op de vide-grenier van Anost een beeldje waar ik op slag verliefd op werd. Ik moest er maar liefst €2 voor betalen maar toen ik in rap Frans protesteerde omdat het aan de achterkant beschadigd is, ging er gelukkig €0,50 af, anders had ik het natuurlijk niet gekocht. 
Ik weet niet of het Maria of Jezus is, het is een mens in overgave  en ik vond het de imposante collectie beelden en schilderijen van Gonny Kruisdijk in de Franse pastorie mooi aanvullen. Nu zie ik gek genoeg een mens die haar hart of haar borst vasthoudt.



    Overgave
  

Hoe alles constant verandert... Ik zit nog steeds op het bankje met de afgebladderde witte verf maar niets is meer hetzelfde als gisteren. Deze morgen schijnt er een licht van nieuwe feiten over ons en over mijn lichaam, naast wat ik reeds wist over mijn geest.

Een koekoek klinkt dichtbij, Romeo veert op en geeft me knufjes op mijn betraande wang zoals alleen hij dat kan. Régis heeft zich ontpopt als wijze, pastorale hond en houdt ons vanaf een discrete afstand in de gaten. Het wordt frisjes. Sluierbewolking bedekt de zon. Het lijkt verdacht veel op wat ik op de röntgenfoto's zie die binnen op de keukentafel liggen te wachten tot ik de volgende stap zet.