zaterdag 18 november 2017

Lef


To live is the rarest thing in the world,

most people exist, thats all. Oscar Wilde

De laatste scène in La vie en rose is er een waar ik bang van ben geworden. In een soort literaire overmoed - die me heel soms overvalt als ik niet oplet - heb ik hem geschreven; soepel en als vanzelf. Ik heb hem de afgelopen dagen ook teruggelezen, hier en daar wat kleine dingen verbeterd en nu zou ik verder moeten werken, ik weet ook hoe, ik heb tijd en ruimte gemaakt, maar ik doe het niet
Natuurlijk moeten schrijvers hun woorden stilistisch kunnen fileren. Zoals een chirurg zijn patiënten minutieus opereert is een roman schrijven vakwerk leveren. Zitten en doen. Los van je eigen gevoelens of stemming, het is maar fictie en gevoelens wek je bij de lezer op, niet bij jezelf of voor jezelf. Er is een bepaalde afstand van je personages (door bijvoorbeeld niet vanuit de ik-persoon te schrijven) en je doet het met grote discipline en regelmaat.

Het is maar goed dat ik geen chirurg ben geworden. Het idee! Het is ook maar goed dat ik niet onder tijdsdruk sta om La vie en rose voor een bepaalde datum af te leveren bij een uitgeverij. Het is ook maar goed dat bij de controle vorige maand bleek dat mijn borstkanker niet is teruggekomen, dan zou ik nieuwe haast hebben om mijn derde boek de wereld in te zetten. De dingen gaan zoals ze gaan en niets is voor niets. Alles heeft een reden. Ja, alles. Als je het nu niet ziet, dan komt dat later wel.



Er zijn een heleboel mensen die denken dat ze je begrijpen, omdat je iets bij ze oproept waarvan ze denken dat jij zo bent. Ze herkennen zichzelf in jou. Die herkenning is de basis voor het beeld dat ze van jou hebben wat voor jou geen enkele waarde of waarheidsgehalte heeft, maar waarin zij jou en meestal zichzelf zien zoals zij graag willen. Het klinkt verwarrend, maar dat is het niet en het grappige is dat deze mensen soms vervallen in diepe bewondering voor iemand, maar dat is dus in werkelijkheid slechts het beeld dat ze zelf gemaakt hebben en het kan lang duren voor ze dat door hebben, soms jarenlang

Mensen doen dus iets met wie je bent, wat je doet of hoe je iets zegt, zonder dat je daar zelf iets mee te maken hebt. Het ís niet de werkelijkheid, slechts beeldvorming waar meestal ook nog een bepaalde vorm van eigenbelang aan gekoppeld is, want waarom zouden mensen je in hun beeld willen stoppen als ze daar geen belang bij hebben? Als je dit dus heel goed kunt, heet je Donald Trump en ben je een doorgedraafde president op een doorgedraaide planeet die zichzelf aan het vernietigen is, of je bent een eenvoudige schrijver. Je creëert mensen, je maakt personages, precies zoals je dat zelf wilt. Je bouwt ze op uit je verbeeldingskracht en van stukjes persoonlijkheden die op je pad komen en al is het maar een trekje in het gezicht van de buurman die hooi brengt, het kan in een personage terugkomen. Hij moest eens weten, denk ik regelmatig als ik merk dat het weer gebeurt.  

Gelukkig zijn er ook mensen - een stuk schaarser weliswaar - die je lijken te begrijpen zonder er woorden aan vuil te maken. Dat voel je. Dat zijn de mensen die uit het zicht van publiek belangeloos dingen voor anderen doen, beseffen dat er meer in het leven is dan geld verdienen of rücksichtslos huizen verbouwen. Mensen die investeren in mensen, in dieren, in honden, in elkaar, in wat werkelijk van waarde is. Mensen die zichzelf goed kennen en niet met je omgaan omdat ze iets van je willen, een talent, vaardigheid, levenservaring etc. maar omdat ze om je geven. Misschien door wat je in ze oproept, maar als dat wederzijds is dan vul je elkaar aan en heb je elkaar iets te vertellen en te leren. Dat hoeft niet in woorden uitgedrukt.



Ik ben de afgelopen tijd van mijn personages gaan houden. Ik kan ze geen kwaad doen. Ik wil ze niet kwetsen of pijn laten lijden, ze zijn leuk, creatief, inventief, origineel, maar ik ga het toch doen, want mijn chirurg heeft ook zijn mes in mijn borst gezet en daar ben ik achteraf erg blij om. Hij heeft mijn leven gered. Ik ga ook levens redden, in La vie en rose, maar eerst wat voorzichtige stappen zetten, samen met de honden in het bos moed verzamelen en van het uitzicht genieten. Soms moet het gewoon, doorgaan met een project, in het belang van de Literatuur, in het belang van kleine dromen. Een hele kluif!
  

vrijdag 10 november 2017

Stoer tutje

Terwijl mijn zelfgemaakte pizza met te veel knoflook om de deur nog uit te gaan aan het bakken is in het oventje dat ik zeker twintig jaar geleden van een lief ex-vriendje kreeg (een mens moet toch op de een of andere manier aan zijn spullen komen, nietwaar?), borrelt in mijn nog lege buik een nieuw blog. Het begint heerlijk te ruiken in de kamer, de houtkachel is voor de verandering ook lekker warm. Het kost me soms moeite om het hout goed te laten branden, het vuur genoeg op te poken, gebrek aan ervaring misschien of gebruik ik af en toe een blok wat nog niet helemaal droog is. Wat me ook weleens overkomt, is  nu we het er toch over hebben - dat ik er, omdat ik het snel warm wil hebben, té snel té veel hout in stop. Op die manier verstik ik de vlammen...

Over liefde en iemand in je enthousiasme verstikken of iets ergers aandoen gaat het hoofdstuk in La vie en rose (mijn tweede roman) waar ik nu mee bezig ben. Er zit weer schot in het verhaal. Ik geef er voorrang aan in mijn agenda nadat ik het eerste deel heb laten lezen. Maar over literatuur gaat dit blog niet, nee, het gaat over honden en de vraag of ik mijn teefje Juliette als ze oud genoeg is, een keer zal laten dekken. Want die vraag speelt mee sinds ik haar heb en komt voort uit het feit dat ze - net als Romeo en Régis - ongelooflijk leuk en lief is. On-ge-loof-lijk lief en leuk dus. Ik droom van een nestje kleine Juliettekes, mijn huis is ruim en ik hoop genoeg netwerk te hebben om goede adressen voor de pups te vinden. En natuurlijk houd ik er dan zelf ook eentje

Staatsieportret van la reine Juliette met links Régis en rechts Romeo

Juliette is een beetje een stoer tutje, een lief en zacht showmodelletje. Nooit gedacht dat ik zon soort hondje zou hebben. Van die flitsende en felle Australische herders die je op Instagramfilmpjes achter frisbees aan ziet vliegen passen blijkbaar niet bij mij. Als ik met de frisbee speel hapt Juliette stelselmatig te vroeg of ernaast als ze al de moeite neemt wat in de lucht te springen. Zo is ze dus, een heerlijk popje, een prinsesje met haar eeuwige huppeltje op het eind als ik haar geroepen heb en ze aan komt rennen om zich in mijn armen te werpen want dat doet ze, te pas en te onpas en meestal tegen mijn zere geopereerde borst aan. Maar leg dat een pup maar eens uit.

Afgelopen week gebeurden er twee dingen die me hielpen bij het nadenken over de vraag of ik een nestje met haar wil en zo ja, doen we dat dan volgens het boekje van de Franse rasvereniging of niet? Het eerste wat er gebeurde was dat ik een bericht zag dat de fokster waar Juliette vandaan komt, een van haar honden heeft laten insemineren in plaats van bevruchten volgens de natuurlijke weg zoals ze altijd deed omdat het teefje geen reu accepteerde. Zou daar dan geen reden voor zijn, vraag ik me in al mijn naïviteit af?
Het stuitte me tegen de borst zoals wel meer verhalen uit de hondenfokwereld die ik ontdek en verken, pups die weg moeten omdat de staart te kort is of de kleur niet goed of ze worden verkocht als ze oud zijn geworden om over de broodfok maar niet te spreken

Juliette is niet zo gek op andere honden als bijvoorbeeld Romeo, die gaat met iedereen aan de haal en holt heel wat af tijdens onze Doggy Dates Morvan. Zij blijft meer bij mij in de buurt en als ze holt dan is dat zeker niet voorop en ze houdt Romeo altijd in de gaten. Haar zekerheid bestaat uit het feit dat wij in de buurt zijn en dat komt denk ik ook door haar leeftijd, ze zit nu midden in de puberteit met haar tien maanden. Wie weet verandert haar gedrag richting andere honden nog wat?

Romeo springt graag een gat in de lucht

Waar ik dus op uitkwam, misschien verandert het nog, is dat ik Oudhollands gezegd schijt heb aan die strenge ras standaarden. Ik geloof niet in de maakbaarheid van een perfect hondenras... Alleen al de manier waarop honden door hun eigenaren geshowd worden op tentoonstellingen met de kop achter de oren door de riem omhooggetrokken en de staart onnatuurlijk hooggehouden! Zien jullie mij daar tussen staan met mijn oh zo lieve tutje en een vieze kraag omdat ze door het bos heeft liggen rollen met Romeo en ik in een rok en op hakken want je moet er blijkbaar zelf ook anders uitzien dan je bent; representatief noemen ze dat? Ik ben liefst op mijn representatiefst als mijn haar slaapplat zit, in mijn stoere jagersjas en op grote wandelschoenen struinend door het bos met mijn modderige tutje en haar nog modderiger broers op zoek naar paddenstoelen of doelloos in de hoop te verdwalen omdat onze boswachter zo leuk is en hij me dan kan redden. Dat is tot op heden nog niet gebeurd, mijn borstkanker heeft helaas niets gedaan met mijn goede richtinggevoel.


Dus stel dat er een nestje komt - we hebben nog twee à drie jaar de tijd - dan zal dat zijn met een reutje van haar eigen type, een drijfhond zoals een Aussie, een Border Collie, een Friese stabij of iets van een mix van deze rassen, maar vooral een die ze zelf leuk vindt, ras of geen ras. Ze mag het simpelweg zelf bepalen. En vindt ze tegen die tijd nog alleen maar Romeo leuk (wat ik volledig begrijp) dan is dat geweldig maar komt er geen nestje. Niet alleen is hij gecastreerd maar een kruising van twee merles (zij is red merle en hij blue merle) leidt tot dove en blinde pups. Dat heb ik in tussentijd mooi opgestoken van mijn verkenningstocht door de rashondenwereld die hierbij eindigt. Wij gaan voor onze eigen standaard waarbij lief, speels, een beetje stoer maar vooral zachtaardigheid prioriteit heeft boven alle uiterlijke en oppervlakkige kenmerken. Zou dat ook iets over mij zeggen?