donderdag 12 januari 2017

Uitbuiken

Dat was het dan Madame Kruuuiiize, uw Plat du jour van begin mei. Lege borden in de afwasmachine, in de eetkamer ruikt het nog naar bestraalde huid en er schijnt licht: de kaarsen zijn niet geheel opgebrand. Op het aanrecht staat een restje in een Tupperwarebakje af te koelen. Buiten stroomt de regen van het afdak boven mijn terras, code orange vanavond in alle vier de departementen van Bourgogne. Het kan mij niet schelen, hier is een zware storm voorbij en de luwte die lang naar mij lonkte, nabij.

Een zwangerschap lang heeft de behandeling bij elkaar geduurd. Maanden van onderzoeken en scans naar de eerste operatie waarbij klieren weggehaald zijn en het implantaat voor de chemotherapie geplaatst is, zes chemokuren, een tweede operatie voor het verwijderen van de twee tumoren en nog wat extra klieren en morgen krijg ik de drieëndertigste en laatste bestraling. Met de hormoontherapie ben ik deze week vast begonnen, in de overgang was ik door de chemotherapie toch al.

Dus hier zit ik dan, wat vervreemd voor me uit te staren aan deze Franse keukentafel, ingetogen en uitgelaten tegelijk. Er is zoveel: een nieuw land, een nieuw huis, mijn ouders in de buurt, oude en nieuwe vrienden en vriendinnen hier en via Skype, onder en naast me op het kleed die twee geweldige snurkende honden, twee lieve kroelpoezen doen hun tukje op de bank, achter het huis staan de dwerggeitjes droog onder hun afdak, er zijn kippen op komst, in de vijver onder het ijs zwemmen vissen waar ik voor zorg en het belangrijkste er ligt weer een half leven voor me Een half leven!

De eerste tijd krijg ik om de drie maanden een consult met afwisselend de radiotherapeute, de oncoloog en natuurlijk de leukste chirurg van Frankrijk, na een jaar nieuwe echos en scans maar daarnaast is er die prachtige nieuwe zee van tijd die ik herken van voor ik ziek werd, al die leefruimte waar ik weer iets moois van mag maken! Het idee duizelt me en ik weet werkelijk niet waar ik moet beginnen. Ik voel me als gedeukt metaal van een auto na een flinke botsing maar ik ben ook de monteur die bepaalt hoeveel stoelen er terug in komen, in welke richting het stuur komt te staan en welke kleur verf op de buitenkant. Daarnaast ben ik (voor de verandering!) ook nog de chauffeur die erin gaat rijden. Een hele klus voor iemand die niet zo technisch is en erg onzeker geworden

Ik schreef het al in mijn vorige blog: er is een doel bereikt maar waar ben ik zelf gebleven? Mijn leven is me uit handen genomen waardoor ik niet meer weet hoe ik er zelf iets van moet maken. Hoe deed ik de dingen ook alweer voor ik kanker kreeg? En waar laat ik al die bijzondere ervaringen, de nieuwe verdieping en al die prachtige intensieve momenten die ik doorvoeld en beleefd heb?

Ik weet het al. Ik begin - na natuurlijk de nodige feestelijkheden dit weekend - met wat voelt als mijn hoogste prioriteit: La vie en rose, mijn tweede roman die te veel vertraging opgelopen heeft. In mijn hoofd is er in het verhaal een hoop veranderd, het perspectief en de verhaallijnen lopen anders dan eerst en het einde is niet langer meer het einde maar een nieuw begin ergens halverwege. Ja zo wil ik met het servet mijn mond afvegen en lekker uitbuiken na al dit tafelen. Als ik nu nog een ding mag belichten dan is het wel dat de schrijfster in mij er altijd bij is gebleven, zelfs op momenten dat ik zelf nergens meer was. En dat is misschien wel de mooiste persoonlijke zegening die ik kan tellen.

Moge het u allen wel bekomen.  


zaterdag 7 januari 2017

Brakke grond


Het is winter met van die mooie ijsbloemen op de vensters van mijn jeugd. Het decor is net als ik drastisch veranderd. In een zomer ben ik vijf jaar ouder en met mijn vierenveertig jaar door de chemotherapie in de overgang gekomen. Dodelijke cellen verdwenen als sneeuw voor de zon waar gaandeweg nieuwe voor terugkwamen. Ach, ieder gezond mens wisselt elke dag al zoveel cellen dat je bij het naar bed gaan nooit dezelfde persoon bent als die je was toen je opstond, zo las ik laatst. Een geruststellende en verontrustende wetenschap.




In de winter sterft de natuur, alle uiterlijk vertoon verdwijnt. Resten groente in de moestuin vriezen dood; er ligt nu alleen nog een verpapte en snotterige massa. Zelfs de geitjes lusten het niet ook al doen hun gemekker en verlangende blik het tegendeel geloven. Mekker maar meisjes, daar krijg je het lekker warm van… Een paar vrolijke bokkensprongen is het antwoord.

De bomen laten hun contouren zien, kwetsuren in de vorm van slaphangende takken en plekken waar de bast heeft losgelaten liggen bloot. De grond in de bossen en op de velden ligt brak te wachten op nieuws, maar er gebeurt voorlopig niks. De lente is nog nergens te bekennen, er valt niets te planten of uit te dragen. Dit is de tijd voor bezinning, voor terug naar je wortels voor het verkennen van de diepte op de bodem van je ziel. Los van emoties, los van gedachten of gevoelens voltrekt zich vanzelf de levensstroom die altijd haar weg vindt, als water dat in de bedding van een rivier stroomt. Het is het beste om deze dagen zorg te dragen voor die bedding, voor jezelf, voor je lichaam en je ziel. Dat is alles wat we in de winter hoeven te doen. Herinneringen en ervaringen zullen humus worden, voedsel voor de nieuwe lentekiemen en levenskracht om in de zomer te kunnen bloeien.




Ik sleep me door de laatste dagen van de drieëndertig bestralingen. Het medisch doel is bijna bereikt, de borstkanker verwijderd, hoera! maar... ergens tussen het Nederland dat ik op 25 april 2016 verliet en dit Frankrijk waar ik nog niet veel heb op kunnen bouwen is de langspeelplaat waarop ik danste blijven hangen, in een onbekende groef van bijna negen maanden waar ik de naald nu abrupt uit moet zien te krijgen. Alles wat door de ziekte uitgesteld is wacht op me: afronding van mijn emigratie, de Franse belastingdienst, het invoeren van mijn auto, de tandarts, afspraken met vrienden, Franse les, La vie en rose die in mijn hoofd al uit zijn voegen barst, de publicatie van mijn eerste dichtbundel Zinspelingen, de housewarming, kippen enz.
Nu het einde nadert vliegt het besef van wat er gebeurd is me aan. Er moest een doel bereikt, genezing. Wat rest is vermoeidheid. Dit ken ik nog niet, zó moe ben ik nog niet eerder geweest... Ik zak daarom nog maar even lekker onderuit in de verzorgende kom van de zorg waar ik geleerd heb me over te geven aan ervaren handen.
De lente komt vroeg genoeg.