zaterdag 17 maart 2018

Levensverwachting

Als kind hield ik niet van croissants. Als het goede zijn (van de bakker uit het dorp) dan zit er inderdaad een vreemd smaakje aan, haast niet te beschrijven, een beetje zurig, zoals niet-gerezen gist en dan is er ook nog die weke substantie van nat bladerdeeg vermengd met jouw speeksel die plakkerig lang in je mond blijft hangen. Misschien komt het door het soort boter dat de Franse ambachtelijke bakker gebruikt. Ik weet het niet. Waar het me hier vooral om gaat is dat iets dat eerst niet lekker, prettig of fijn is, soms een keerpunt kent en dan ga je er ineens van houden. Je bent van smaak veranderd.

Zonder dat je het door hebt kan ook iemand of iets als een huis je meer en meer tegen gaan staan terwijl die-  of datgene je eerst juist heel erg beviel. Misschien kwam dat door een knap uiterlijk en leerde je het, hem of haar kennen en viel tegen wat er achter de façade school, maar het kan ook zijn dat je op een bepaald moment behoefte aan iemand of iets had en is die behoefte met het voort tikken van de tijd veranderd en rest je niets dan je nieuwe verlangen te gaan bevredigen, of in ieder geval op zoek te gaan naar iets of iemand dat of die in die richting komt Een heel normaal proces in het leven als je nagaat dat de cellen van een menselijk lichaam elk moment veranderen en dus ook de samenstelling van je hersenen die seintjes doorgeven ook wel emoties genoemd. Pin me er niet op vast. Ik weet dit ook maar door erover te lezen.



Ik kan veel dingen niet, maar zwart-wit denken kan ik goed. Dat wordt meestal als een negatieve karaktertrek gezien, maar dat zegt meer over de mensen die dat denken dan over mij vind ik, want ik het is een behoorlijk praktische eigenschap. Kort door de bocht zijn brengt mij verder dan als ik eerst honderdduizend gedachten zou moeten hebben om afwegingen te maken waar ik alleen maar moe van word om toch op hetzelfde punt uit te komen. Beslissingen neem ik liefst à la minute. Dit is voor behoedzame mensen een beangstigende manier van leven, op het onbegrijpelijke af. Je zult mij nooit ergens blijvend aantreffen als ik er niet meer wil zijn. Kortom als ik ergens niet meer wil zijn, omdat het niet goed meer voelt, dan ga ik er weg. Zo simpel leef ik.

Maar soms kan dat niet ook al doe je je best en denk je afscheid te hebben genomen. Er zijn mensen die je blijven intrigeren of waarbij je voelt dat ze met je meegroeien en zichzelf los van jou zien waardoor je allebei kunt groeien en het leerproces delen zonder dat de verandering van de een afbreuk doet aan dat van de ander en andersom. Ruimte geven en nemen speelt hier een rol. Dit heb ik lang niet geweten. Dat je met andere mensen om kunt gaan terwijl jij hen en zij jou ruimte geven en je je eigen gang laten gaan. Dus elkaar niet verstikken, op de huid zitten of anderszins het leven zuur maken omdat je denkt dat dat liefde en vriendschap is.

De bakker uit het dorp maakt de croissants immers ook niet zuurder dan ze zijn. Ik vraag me zelfs af of hij ze zelf zuur zou noemen. Dat doe ik, want ik ben iemand die het nodig heeft om dingen te beschrijven om ze te begrijpen en dan nog lukt dat niet altijd. Als het voorkomt dat ik de dingen die ik opgeschreven heb nog steeds niet begrijp, gooi ik het graag op mijn immer veranderende cellen. Zonder hoofdbrekers. Want reken maar dat mijn lichaam na de kanker nieuwe cellen aan het aanmaken is, als nooit tevoren Ik kan alleen maar hopen dat het gezonde cellen zijn, zoveel mogelijk stress vermijden want is bijzonder ongezond en verder vooral dromen van wat ik allemaal met die nieuwe gezonde wil, kan en ga doen. Want het leven vasthouden werkt niet, het blijft toch altijd voor je liggen. Of dat is ook maar hoe je het wilt bekijken. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten